Methodes

Music3

 

De methodes die gebruikt worden bij de cursussen Koorscholing zijn ontwikkeld tijdens een jarenlange ervaring tijdens het lesgeven aan de muziekschool en het conservatorium in Maastricht. In de beginjaren van 1980 e.v. stond het begrip “koorscholing” nog in de kinderschoenen. Annie Jansen mag dus wel met recht een pionier genoemd worden op dit gebied. Met name op het gebied van theoretische basisvorming ontwikkelde zij een visie die uniek genoemd mag worden. Een zanger heeft een innerlijk instrument, de stem, in tegenstelling tot instrumentalisten, die de noten op hun instrument “vanzelf” laten klinken als ze maar de goede toets of greep indrukken. Zangers moeten het veel meer hebben van een innerlijk voorstellingsvermogen. Dat is wat in deze methodes vanaf het begin wordt ontwikkeld: “iedere noot moet muziek zijn”. “Zing met je oren” is een gevleugelde uitspraak van de auteur. En “last but not least”:

“Muziek is de Taal van je Hart”.

De invloed van Zoltan Kodály

ets 2 Kodaly

In Hongarije veroorzaakte de componist/pedagoog Zoltan Kodály een eeuw geleden met zijn methode een ware “revolutie”. Uitgaande van het Hongaarse volkslied, gaf hij de Hongaren het nodige zelfrespect terug, dat onder de overheersing van vreemde mogendheden was verdwenen. Zijn gedachtegoed is de inspiratiebron geweest tot het schrijven van de volgende methodes, die overigens niet letterlijk het Hongaarse idioom navolgen, maar “getransformeerd” zijn naar een westerse, 21e eeuwse denkwijze.

HOREN, ZIEN en ZINGEN 

PICT7368-1

Deze methode voor volwassen zangers legt in eenvoudig taalgebruik de basisbeginselen uit van het notenbeeld. Daarbij wordt de spreektaal als uitgangspunt genomen, waarbij de gedichtjes geleidelijk worden ondersteund en later vervangen door het ritmische notenbeeld. De overbekende “do-ladder” dient als basis voor het innerlijke voorstellingsvermogen.

Het oefenboek, waarin ook voorbeelden uit de praktijk worden gebruikt, neemt de beginnende amateur bij de hand om uiteindelijk te komen tot begrip en zelfstandige beheersing van de basis.

In de gevorderde fase wordt uitgegaan van meerstemmige koorwerken. Daarbij is er ook veel aandacht voor stemvormingsaspecten, afwerking en interpretatie.

JUFFROUW DO in NOTENLAND 

trouwfoto

Om het theoretische aspect aantrekkelijk te maken, ontstond er een roman in de vorm van een liefdesgeschiedenis tussen juffrouw Do (die garant staat voor de relatieve do-ladder), en meneer Gé (waar het absolute systeem vanuit A-B-C aan bod komt). Het huwelijk tussen beiden heeft unieke gevolgen voor het begrijpen en treffen van het notenbeeld. Het prikkelen van de fantasie door het maken van tekeningen tijdens het verhaal, maakt “notenland” ongekend boeiend!

Aanschouwelijkheid is een belangrijk didactisch principe. Zo worden de noten op een kleurrijke manier getoond, waarbij de lengte zichtbaar wordt gemaakt. Abstracte begrippen over maatsoorten e.d. worden aldus concreet gemaakt. Het trefschema is een belangrijke basis voor de solfège. Liedjes en andere oefeningen worden op een speelse manier zelf “ontdekt”.

Overigens is het verhaal een “kapstok” voor de theoretische vorming. Het gaat om het uitgangspunt: “van spelend leren naar lerend spelen (zingen)”. De weg er naar toe is flexibel.

IMG_0002-1

KOORSCHOLING VOOR GEVORDERDEN

Tijdens het lesgeven aan het conservatorium was dit de eerste methode op het gebied van koorscholing, die instrumentalisten de muziek op een heel pure manier liet ervaren, namelijk via het eigen instrument: de stem. Het aan den lijve ervaren van muzikale processen leidde tot een ongekende diepgang. Muziekinterpretatie op hoog niveau. Muziek van J.S. Bach speelde daarbij een centrale rol. Als “Koorscholing voor Gevorderden” leidt deze methode een eigen leven. Enige basiskennis is dus vereist.